Actueel

Verhalen
Databank word regelmatig aan gevuld met Tabaksverpakkingen
Door Roger op 04-10-2023

Databank word regelmatig aan gevuld met Tabaksverpakkingen

Goosen G. - Harderwijk HEERENBAAI - STUURMAN TABAK   Feyen H. Sigarenfabriek - Tegelen VITOLA  Handelsmy Just Love  Rijswijk  Saffiaantjes Dijkstra R.H.  Metropol Shag  Egeter & Co - Rotterdam  in het Zwarte Anker  pijptabak
Verhalen
Databank word regelmatig aan gevuld met Facturen
Door Roger op 04-10-2023

Databank word regelmatig aan gevuld met Facturen

Trio rekening 1926 briefhoofd Alto Sigarenfabriek - Amsterdam 9-6-1958   Ardath Tobacco Company 27-12-55 Factuur Grinten van der Gebr Sigaren fabrikanten - Bergeijk anno 1919 Joan.s Jacobs .Voorwijk  Sigaren Handel en Fabriek - Amsterdam 28-12-1891 Onnes C. Stoom Tabaksfabriek - Groningen 188 
Verhalen
Databank word regelmatig aan gevuld met Sigarenzakjes
Door Roger op 03-10-2023

Databank word regelmatig aan gevuld met Sigarenzakjes

Schouten C.J. Tabak-Sigaren en Sigaretten magazijn - Hillegom Schaffers W.J., Tabak - en Sigaren Magazijn, Dordrecht Zuiderweg H.k, Sigarenhandel, Winschoten
Verhalen
Door Louis Bracco Gartner op 11-09-2023

Reservistenpijpen

Door op de terugreis van onze vaste vakantieadres in Beieren niet de autobaan te nemen maar binnendoor te rijden troffen we in het kleine dorpje Wollbach een klein tabaks- en pijpenfabriekje aan van Anton Manger. Naast het met de hand maken van pijpen had de heer Manger een indrukwekkende verzameling Ulmerpijpen, Reservistenpijpen en porseleinen pijpenkoppen. Dit was nog niet alles want het grootste deel van zijn collectie bleek ondergebracht te zijn in een dorpje verderop (Oberelsbach) waar het Deutsches Tabakpfeifenmuseum gevestigd is, zie www.tabakpfeifenmuseum.de Over de Reservistenpijpen gaat het volgende verhaal: Duitsland had een rijke traditie wat het roken betreft en de tabakspijp nam daarin een bijzondere plaats. Wellicht dat Koning Friedrich Wilhelm I (van 1713 – 1740 koning van Pruisen) daar onbewust een rol in gespeeld heeft. Hij was het namelijk die het Tabakskollegium instelde. Ministers, raadsheren, officieren en burgers met aanzien werden om 17.00 uur uitgenodigd op zijn slot in Berlijn – Potsdam of in zijn buitenverblijf in Königs Wusterhausen om gezamenlijk uit Holland geïmporteerde stenen pijpen te roken. De gemoedelijke sfeer die door het verplicht roken van een pijp, het verplicht tutoyeren en het drinken van een glas bier of wijn ontstond, zorgde ervoor dat de dagelijkse problemen veel vlugger en beter opgelost werden dan wanneer de ambtelijke wegen bewandeld moesten worden. Ook in Nederland zegt men wel eens dat aan de bar de beste zaken gedaan worden. De Duitse Reservistenpijp is van een latere periode, namelijk van 1870 – 1920. Tijdens de regering van Keizer Willem II (1888 – 1918) werd het Duitse leger gereorganiseerd en werd de dienstplicht ingevoerd. Afhankelijk van het onderdeel diende men twee of drie jaar. Na de diensttijd werd men reservist en was het gebruikelijk dat men als herinnering aan de diensttijd een beschilderde bierpul of pijp liet maken. De pijp kon in lengte variëren van 50 cm tot wel 190 cm. De pijp bestond uit een aantal vaste onderdelen zoals hoorn en houten tussenstukken van vogelkers– of hazelaarshout. Op een blokje in de vorm van een dobbelsteen stond het legeronderdeel vermeld en de jaren van de diensttijd. Het legeronderdeel waarin men gediend had moest uiteraard ook terugkomen op de pijp. Vandaar dat onder het hertshoorntussenstuk bv. een locomotief of een stijgbeugel, springend paard of kanon is aangebracht die verwijst naar het betreffende onderdeel waarin men gediend heeft. De kop is toch wel het meest in het oog springende onderdeel. Rijk beschilderd en op de achterkant dikwijls voorzien van de namen van de dienstmaten. Tevens staat het legeronderdeel en de jaartallen ook hierop vermeld. Soms wordt op de voorzijde van de kop de Duitse Keizer Wilhelm I afgebeeld of militairen te paard. Ook de vrouw speelt bij militairen uiteraard een rol en ook zij staan, meestal liefkozend met een militair, afgebeeld. Onderstaande spreuken en alles met de hand beschilderd op de pijpenkop bevestigd deze relatie.                         “An Jäger an feschen                         mit den Hahnenbusch am Hut                         den lieben die Mädel                         Dem sein sie gut.” “Mein Pfeifchen im Munde                    Es muß nicht jeder wissen   mein Liebchen im Arm                        was du und ich getan in so einer süßen Stunde                      wenn wir uns beide küssen schlägt’s Herzchen mir warm”               was geht das andere an. “   De deksel op de pijpenkop komt dikwijls overeen met de helm die men bij ceremoniële gebeurtenissen moest dragen. Niet alleen bij militairen en ook niet alleen in Duitsland maar ook in Oostenrijk en bij brandweerlieden en studenten kwam het voor dat men een herdenkingspijp liet maken die veel overeenkomsten had met de Reservistenpijpen.
Verhalen
05-09-2023

Jac. Jongert, ontwerper van verpakkingen van o.a. Van Nelle en La Bolsa. Door Louis Bracco Gartner J

J Jac. Jongert, ontwerper van verpakkingen van o.a. Van Nelle en La Bolsa. Door Louis Bracco Gartner Jac. Jongert (1883 – 1942) geboren als boerenzoon op 22 juni 1883 in Enge Wormer in de Zaanstreek, als Jacob Jongert, maar meestal werd hij Jac. of Jaap genoemd. Hoewel hij als boerenzoon voorbestemd was op de boerderij werkzaam te zijn, bleek daar zijn hart niet te liggen. Hij hield van het buiten zijn, maar daar bleef het wel bij. Op school bleek zijn aanleg voor tekenen. Een noodgedwongen terugkeer naar de boerderij bezorgde hem een achterstand op school. Op zijn vijftiende vertrok hij met een vriend naar Amsterdam waar hij de Kunstnijverheidsschool Quellinus in Amsterdam wat een goede keus bleek te zijn. Zeker toen daar de bekende architect C.W. Nijhoff hoofd van de school werd. Met de niet minder bekende architect K.P.C. de Bazel en de nijverheidskunstenaar Harm Ellens, die beiden ook kwamen lesgeven op school, groeide een band die jarenlang zou blijven. Tijdens een treinreis maakte Jac. Jongert toevallig kennis met Piet Zwart die hem aanraadde naar de Museumschool te gaan. We vliegen door zijn carrière heen want het gaat tenslotte om wat hij voor de Van Nelle fabriek in Rotterdam betekend heeft. Hij werd in 1918 aangenomen als hoofdleraar van de afdeling decoratieve kunsten van de Kunstacademie in Rotterdam. Na de 1ste WO kwam de bedrijvigheid in Rotterdam in een stroomversnelling. De stad groeide met als centrum de Coolsingel met een nieuw stadhuis en postkantoor. De opdrachten aan kun
Verhalen
Het ontstaan van mijn hobby
Door Roger op 23-07-2023

Het ontstaan van mijn hobby

In het verleden was ik werkzaam bij zegelwaarden. Ik kreeg bij mijn werk te maken met banderollen die gebruikt werden op alle soorten van tabaksverpakkingen. Mijn hobby is begonnen om aan fabrikanten lege verpakkingen te vragen. De interesse over tabaksproducten had tot gevolg dat ik van alles wat met tabak te maken had ben gaan verzamelen. Na vele jaren had ik een aardige collectie objecten over sigaretten sigaren en tabak verzameld die resulteerde in een minimuseum aan huis. Onderstaand de foto’s geven een beeld van wat er zoal te zien is. Wie belangstelling heeft om een kijkje te nemen kan gerust vooraf een afspraak maken voor een bezoek. U kunt contact opnemen met Roger van der Sluis, email: rogerans@icloud.com  
Verhalen
Uitgaan tips over oude beroepen verpakkingen  van vroeger
Door Roger op 23-07-2023

Uitgaan tips over oude beroepen verpakkingen van vroeger

Grindweg 35 8471 EG Wolvega Telefoon: 0561 – 615111 b.g.g. 06-30201113 https://www.kiekhuus.nl/informatie/ Een kijkhuis dat echt wordt bewoond. Altijd een rondleiding van de bewoners Roelof  en Sjoukje Authentieke kruidenierswinkel, bakkerswinkel, sigarenwinkel en schoolklas Tal van nostalgische objecten met een persoonlijk verhaal Terug in de tijd, een feest voor jong en oud
Verhalen
Kleine Tabaksverwante verzamelobjecten.
Door Roger op 21-07-2023

Kleine Tabaksverwante verzamelobjecten.

Vroeger werden er bij de aankoop van vloeitjes soms kauwgom of scheermesjes toegevoegd aan een pakje sigarettenvloei. Dat gaf een extra impuls om dat merk vloeitjes te kopen   Ook werden plaatjes toegevoegd bij het kopen van een tabaksproduct. In schuifdoosjes sigaretten is meestal het binnen gedeelte blanco. Slimme fabrikanten bedrukten de achterkant van het binnendoosje met plaatjes, die uitgeknipt konden worden en daarna in een speciaal vervaardigd album werden opgeplakt. Weer een manier om rokers aan het merk te binden. Voorbeelden zijn o.a. bij doosjes van het merk Full Speed en Kings Parade en Parade mild.    
Verhalen
Jac. Jongert, ontwerper van verpakkingen van o.a. Van Nelle en La Bolsa.
Door Louis Bracco Gartner op 14-06-2022

Jac. Jongert, ontwerper van verpakkingen van o.a. Van Nelle en La Bolsa.

In de vorige nieuwsbrief hebben wij het over Victor Huszàr gehad, degene die door zijn ontwerp het sigarettenmerk Miss Blanche beroemd gemaakt heeft. We gaan het nu hebben over Jac. Jongert (1883 – 1942). Geboren als boerenzoon op 22 juni 1883 in Enge Wormer in de Zaanstreek, als Jacob Jongert, maar meestal werd hij Jac. of Jaap genoemd. Hoewel hij als boerenzoon voorbestemd was op de boerderij werkzaam te zijn, bleek daar zijn hart niet te liggen. Hij hield van het buiten zijn, maar daar bleef het wel bij. Op school bleek zijn aanleg voor tekenen. Een noodgedwongen terugkeer naar de boerderij bezorgde hem een achterstand op school. Op zijn vijftiende vertrok hij met een vriend naar Amsterdam waar hij de Kunstnijverheidsschool Quellinus Amsterdam  wat een goede keus bleek te zijn. Zeker toen daar de bekende architect C.W. Nijhoff hoofd van de school werd. Met de niet minder bekende architect K.P.C. de Bazel en de nijverheidskunstenaar Harm Ellens, die beiden ook kwamen lesgeven op school, groeide een band die jarenlang zou blijven. Tijdens een treinreis maakte Jac. Jongert toevallig kennis met Piet Zwart die hem aanraadde naar de Museumschool te gaan. We vliegen door zijn carrière heen want het gaat tenslotte om wat hij voor de Van Nelle fabriek in Rotterdam betekend heeft. Hij werd in 1918 aangenomen als hoofdleraar van de afdeling decoratieve kunsten van de Kunstacademie in Rotterdam. Na de 1ste WO kwam de bedrijvigheid in Rotterdam in een stroomversnelling. De stad groeide met als centrum de Coolsingel met een nieuw stadhuis en postkantoor. De opdrachten aan kunstenaars en ontwerpers om de stad een fraai aanzicht te geven stroomden binnen, en de vele schuttingen rond de nieuwe gebouwen boden ruimte voor reclames. Jac. Jongert heeft de goede leermeesters en collega’s om zich heen die een gunstig klimaat schiepen voor vernieuwing in de kunst- en reclamewereld. Om dit in goede banen te leiden werd in 1919 de Vereniging voor Stadsverbetering Nieuw Rotterdam opgericht. Koos de Leeuw was niet alleen lid van de vereniging maar ook een van de directeuren van de koffie, thee- en tabaksfabriek van de Erven de Wed.  J. van Nelle. Ja, nu zijn we waar we wezen willen. Net als bij Huszàr en het merk Miss Blanche bepaalde Jac. Jongert gedurende twintig jaar het gezicht van de Van Nelle fabriek. Met lichtreclames in de stad, muurschilderingen bij de fabriek aan de Schie, mannen met sandwichborden en reclames voor pijprookwedstrijden timmerden Van Nelle en Jac. Jongert aan de weg. Hij gaf Van Nelle een heel nieuw gezicht, bepaalde de nieuwe huisstijl op briefpapier, nota’s en vele, vele verpakkingen op koffie, thee en tabak voor de sigaret en de pijp. Waren zij daar altijd blij mee? Nee, vertegenwoordigers vonden de  ontwerpen te modern en gaven de voorkeur aan de oude vertrouwde, herkenbare  verpakkingen. Hij zat wel op één lijn met directeur Kees van Leeuwen. Zijn fabriek was gevestigd in een supermodern gebouw aan de Schie en die lijn moest doorgetrokken worden in de gehele huisstijl. Omdat de verkoop dreigde te stagneren èn onder druk van de vertegenwoordigers werd de vertrouwde verpakking gehandhaafd die als A-merk werd geclassificeerd en Jongert kon zijn kunsten in zijn eigen stroming vertonen dus als B-merk. Dat dat weleens tot verwarring leidde  sprak voor zich. Jongert hield het als ontwerper zolang uit bij Van Nelle vanwege de goede samenwerking met Van Leeuwen. Bovendien woonde Jongert in Rotterdam en had als een van de weinige kunstenaars ook telefoon, waardoor de communicatie tussen beiden optimaal was. Een groot succes was kabouter Piggelmee. Bedacht door hoofdvertegenwoordiger L.C. Steenhuizen. Steenhuizen vervormde het bestaande verhaal van de Gebr. Grimm van visser Timpe Tee naar kabouter Piggelmee en schreef zelf de teksten. Jongert verzorgde de lay-out en Nans van Leeuwen de illustraties. Het tekstboek moest gekocht worden en de plaatjes, 25 stuks per boek, werden verkregen bij de aankoop van Van Nelle koffie. De bonnen op de verpakking moesten gespaard worden. Vanaf 1924  werd Piggelmee meteen een succes. Men begon met 80.000 boekjes en dat aantal steeg naar rond de anderhalf miljoen. Na ruim 70 jaar stopte men er pas mee in 1994. Binnen de tabaksindustrie kreeg hij ook de opdracht van de sigarenfabriek La Bolsa in Kampen voor hun merk Secretaris. Sigarenkistjes van La Bolsa onderscheidden zich van alle andere door het talent van Jongert. Een andere link naar de tabaksindustrie is het feit dat hij ook exposeerde in het toen net geopende Van Abbemuseum in Eindhoven (Karel 1). Was Jongert inderdaad zo’n vernieuwer met een eigen herkenbare stijl? Ja. De veelzijdigheid van Jongert wordt bewezen door verdere ontwerpen en opdrachten voor tal van bedrijven en instanties. Hij ontwierp prachtige glas-in-loodramen, schilderde en zijn werken werden ook tentoongesteld in het Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam. De glasfabriek in Leerdam was een belangrijke opdrachtgever voor hem. Voor Talens ontwierp hij briefpapier en affiches. Voor de Nederlandsche Bank bankbiljetten, telegrammen voor de PTT en voor Joh. Enschede postzegels. Veel van zijn werken zijn verloren gegaan bij het bombardement van Rotterdam op 14 mei 1940. Hij overleed op 9 november 1942 in Reeuwijk waar hij een buiten had. Bronnen: Museum Boymans van Beuningen. Jac. Jongert 1883 – 1942. Proeven is koopen. Rotterdam, 2009. Stedelijk Museum Rotterdam Tabakshistorisch Museum Delft
Verhalen
De nieuwe accijnszegel voor tabaksproducten
Door Fred Tijmstra i.s.m. Belasting & Douane Museum op 23-08-2021

De nieuwe accijnszegel voor tabaksproducten

De nieuwe accijnszegel verschijnt op een historisch moment. Het is precies 100 jaar geleden dat de Tabakswet van 1921 werd aangenomen. Daarin werd de invoering van de eerste accijnszegels  (banderollen) voor tabaksproducten vermeld. Voordat de wet tot stand kwam hanteerde men indirecte belastingen voor invoer, doorvoer en opslag van tabak. Het verbruik van tabak daarentegen was onbelast. Het bijzondere van de tabaksaccijnszegel was dat in de consumentenprijs, behalve het belastingdeel, ook de kosten van de fabrikant waren verwerkt, zoals de verpakking. Het was een zegel voor het totale verbruiksklare product. Voorgeschiedenis De eerste Nederlandse accijnszegel (banderolle) voor tabaksproducten verscheen in 1922. Ontwerper was Otto van Tussenbroek, graficus, kunstschilder, tekenaar, fotograaf, en mozaïekmaker.   Het zegelbeeld geeft een geometrisch gevormd versieringsmotief weer, waarin twee of meermalen de Nederlandse leeuw is aangebracht en twee keer het woord Nederland voorkomt. Dit ontwerp heeft tot 1949 stand gehouden en werd gebruikt in onderscheidende kleuren op verpakkingen van sigaren, sigaretten, tabak en snuif.   1922   In 1949 besloten Nederland, België en Luxemburg een douaneverdrag te sluiten om een gezamenlijk ontwerp te gebruiken. Het resultaat was een banderolle waarbij het woord “Nederland” vervangen werd door de letters “BNL “ en de Belgische, Nederlandse en Luxemburgse leeuw op het lintzegel achter elkaar werden afgebeeld.   1949 Naast de lintzegels werden in 1959 de eerste sluitzegels uitgegeven met het BENELUX monogram. Ontwerper was Pieter Wetselaar, grafisch ontwerper en kalligraaf van Royal Joh. Enschedé. Zijn kalligrafische vaardigheid is te zien aan de sierlijke ineen vlechting van de letters BNL omringd door 4 tabaksbladeren en de omlijsting van de zegel. De drie leeuwen zijn minder opvallend aanwezig en verdrongen tot de achtergrond. Vlak voor de eeuwwisseling is er een zegel uitgebracht met een kleiner Benelux logo en waarschuwingsteksten. Daarna keerde het oude ontwerp weer terug doordat fabrikanten inmiddels verplicht waren waarschuwingsteksten op de verpakking zelf aan te brengen. De BENELUX sluitzegel is t/m 2020 uitgegeven.    In 2019 is i.v.m. de aanpassing van de Europese verpakkingseisen een kleiner formaat zegel noodzakelijk geworden. Nederland heeft toen haar eigen zegel met hetzelfde uiterlijk op een smaller formaat laten drukken. België en Luxemburg hebben een ander zegel uitgegeven. Deze ontwikkeling was voor Nederland een reden het Benelux logo vaarwel te zeggen en zelf een accijnszegel te produceren met Nederlandse kenmerken. Het tot stand komen van de nieuwe zegel De eerste stap voor de Directie Douane was voor de komende contractperiode een keuze te maken tussen een papieren zegel of een digitaal zegel. Nadat de keuze was gevallen om verder te gaan met een papieren zegel is tevens besloten, in verband met mogelijke falsificaties, dat deze aan de laatste veiligheidstechnieken moest voldoen. Conform de Europese aanbestedingsregels werd vervolgens een vooronderzoek gedaan en werden meerdere partijen uitgenodigd en geselecteerd. De uiteindelijke keuze viel op Inge Madlé, veelzijdig grafisch ontwerper en graveur. Zij heeft haar sporen verdiend met haar (inter)nationale ontwerpen en gravures voor bankbiljetten en postzegels. Een commissie heeft uit de door haar aangeleverde conceptontwerpen het huidige ontwerp gekozen. In samenspraak met de Douane is gedurende het ontwikkelingsproces het gekozen ontwerp verder geoptimaliseerd.   2021 De nieuwe zegels voor de 3 productgroepen De nieuwe zegel met een grootte van 2.0 x 4.4 cm heeft als thema “Nederland”. In de zegel is o.a. de kaart van Nederland aanwezig, de Nederlandse Leeuw, de namen van de 12 provincies (verticaal aangebracht) en staan de letters NL zowel in de ondergrond als in de rand. De letters NL - in het zo genaamde ‘blokmotief’- zijn geschakeld en staan aan beide zijden van de zegel. Zij staan symbool voor ‘grensbewaking en controle’. Tevens zijn er in de achtergrond kleine blokjes in een beveiligd patroon verwerkt. Deze blokjes visualiseren de transportbeweging van locatie naar locatie. De kleuren groen en blauw staan symbool voor land en water en zijn samen kenmerkend voor Nederland. De locaties waar de zwarte opdruk geplaatst wordt zijn aangegeven door blauwe aanwijs driehoekjes in de buitenrand.   De accijnszegel is "gebombardeerd" tot veiligheidskenmerk voor de uitvoering van de regels die zijn vastgelegd in de Europese Tabaksproductenrichtlijn (TPD). De nieuwe zegel vervangt de oude accijnszegel op een tabaksproduct. Bij rooktabak is het gewicht vermeld, bij sigaretten het aantal, bij sigaren worden geen aanvullende gegevens vermeld.   De uitgifte van de zegels Voor het drukken van de accijnszegels is een contract afgesloten met de firma Royal Joh. Enschedé uit Haarlem. Een betrouwbare firma met een goede reputatie en een grote staat van dienst op het gebied van het drukken van waardepapieren. De nieuwe zegel is gedrukt met speciale inkten in offset en plaatdruktechniek. Het drukken geschiedt altijd in vellen, die later door de afnemer zelf worden versneden. Grote klanten bestellen in veelvoud vellen van 300 zegels op één vel, voor de kleinere klanten bestaat een regeling op basis van 288 zegels op één vel. In verband met de zekerheidseis mogen deze klanten ook gebruik maken van 144 zegels op één vel of 24 zegels op één vel. Aantal/gewicht, soort, prijs en tariefcode zijn door de drukker op het vel reeds aangebracht. Het fabrikantnummer en eventueel serienummer mag de toestemminghouder (de fabrikant, importeur) zelf door de plaatselijke drukker erop laten zetten.   Vanaf 1 januari 2021 mogen verpakkingen met de nieuwe accijnszegel verkocht worden. Er is nog wel een overgangsregeling van kracht om de oude zegels op te kunnen gebruiken. De Belasting Dienst vermeldt daarover het volgende: Tabaksproducten met het oude accijnstarief mogen tot 1 juni worden verkocht aan detailhandelaren. De oude termijn van 1 maart wordt verlengd vanwege de coronacrisis. Veel verkooppunten van tabaksproducten zijn gesloten vanwege de lockdown. Daardoor konden de fabrikanten en groothandelaren hun voorraad tabaksproducten met het oude accijnszegel niet aan hen kwijt en is er nog een voorraad aan rookwaar met het oude zegel. Normaal moeten de sigaren, shag en sigaretten met een verlopen zegel worden vernietigd. Maar dat brengt extra werk met zich mee en dat wil de Belastingdienst voorkomen, vandaar de verlenging met drie maanden. Aan de verkoopprijzen verandert niets. De tabaksproducten met een oud accijnszegel moeten ook na 1 juni worden verkocht voor de prijs die op dat zegel staat. De VHK zegel Er zijn tabaksproducten waarop geen accijnszegels zitten, omdat er geen belasting over hoeft te worden betaald. Tabaksproducten die via Nederlandse belastingvrije winkels (taxfree) op luchthavens verkocht worden aan reizigers die naar landen buiten de EU reizen, zijn voorzien van een veiligheidszegel met de opdruk VHK (Veiligheid Kenmerk). Dat betekent dat het product veilig is geproduceerd en niet afkomstig is van illegale import. Tabaksproducenten en importeurs moeten eerst bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport toestemming vragen om deze zegels te mogen gebruiken. Is de toestemming verleend en zijn ze met een zakelijk nummer geregistreerd, dan kunnen ze bij Royal Joh. Enschede, die de zegels drukt, een bestelling plaatsen. De zegels worden in vellen van 300 stuks geleverd. De zegel is even groot als de normale accijnszegel en dient op dezelfde plek van de accijnszegel te worden aangebracht. Bij de verschijning van de nieuwe accijnszegel van 2021 is het VHK-zegel aangepast. De ondergrond is dezelfde als van de accijnszegel. De opdruk bestaat uit de letters VHK. Op voorstel van Inge Madlé is  hiervoor de kleur oranje gebruikt, eveneens kenmerkend voor “Nederland”. Bronnen: Correspondentie Belasting dienst Douane (2021) Belasting & Douane Museum Correspondentie Ontwerper Inge Madlé Afbeeldingen uit privé-collectie Fred Tijmstra i.s.m Belasting & Douane Museum – juni 2021 Banderollen 1922 Invoering banderol – ontwerper Otto van Tussenbroek. Lange en korte lintzegels voor sigaretten, sigaren, tabak. Blokzegels voor sigaren en tabak. 1924 Wet van 20 december 1924. Navorderingszegels voor sigaretten en gekorven tabak. Formaat 28x 21.5 mm – Ontwerper A. van der Vossen. 1925 Banderol overdruk van de serie uit 1922 met 3x3 groene verticale strepen voor tabak, 2x2 groene verticale strepen voor sigaretten. 1931 1 juni, aanvullingszegels voor sigaretten. Ontwerper A. van der Vossen beeldgrootte 18.5 x 59 mm – paars-rode ondergrond letters groen. Werd geheven boven de banderollenprijs. 1933 Wet 29 december 1933. Navorderingszegels voor sigaren en sigaretten. Formaat 28x 21.5 mm – Ontwerper A. van der Vossen. 1934 Banderol met 2x2 rode verticale strepen voor sigaren. <1940 Afschaffing groot rechthoekig blokzegel voor tabak, sigaren. 1941 1 april 1941, invoering banderol met opcenten. 1943/44 Speciale banderol voor levering aan de Deutsche Wehrmacht met opschrift  “für Deutsche Wehrmacht Steuerfrei” 1943 Speciale banderol voor het Oostfront op pakjes Ukraïne . 1943/44 De noodbanderollen werden gedrukt omdat delen van Nederland onder bezet gebied vielen en daardoor onbereikbaar waren vanuit de afgifte uit Haarlem. Noodbanderollen VDE gedrukt in Eindhoven door Verenigde Drukkerijen Eindhoven, (voorheen drukkerij Vrijdag). Deze komen het meest voor. Noodbanderollen Friesland gedrukt in Leeuwarden, weinig gebruikt. Zeldzaam. Noodbanderollen Groningen gedrukt in Groningen. Alleen gebruikt door Niemeijer. Zeer zeldzaam. 1945 Banderollen voor de losse sigaar krijgen i.v.m. belasting 1 rode verticale opdruk. Korte looptijd. 1946 Speciale banderol met opdruk “Hulpactie Rode Kruis” met extra toeslag om geld in te zamelen voor de wederopbouw. 1949 Afschaffing opcenten op de banderol. 1949 Voor losse sigaren gemaakt van inlandse tabak komt een opdruk van 2 verticale rode strepen. 1949 Invoering BNL-banderol (lintzegel) door een douaneovereenkomst tussen België, Nederland en Luxemburg. 1950 Speciale opdruk “Steun Stichting 40-45” met een toeslag van 25 ct. 1950 In mei is een proef gedaan met een banderol met brailleschrift voor een blinde winkelier in Aalten. Het heeft geen vervolg gehad. 1951 Overdruk 80 cent in rood op bestaande sigaretten-banderollen. 1952 Overdruk 1 verticale blauwe streep op roodbruine en donkerbruine banderol i.v.m. belastingverlaging. Liep van 28 mei t/m 1 november 1952 1959 Invoering van het Benelux sluitzegel voor sigaretten, sigaren en tabak. Formaat 2.4 x 4.3 cm. Ontwerper Pieter Wetselaar. 1989 Waarschuwingsteksten per 1 januari verplicht op reclame. Gratis uitdelen van sigaretten bij evenementen verboden. Eerste teksten op de banderol – “Roken schaadt de gezondheid” – “Roken bedreigt de gezondheid”. 1994 Meerdere waarschuwingsteksten op de banderollen. Zoals “Brengt de gezondheid ernstige schade toe” – “Roken veroorzaakt kanker”. 2001 Guldenprijs en Europrijs samen op de banderol. 2002 Alleen europrijs op banderollen. 2003 Afschaffing pakjes van 5 en 10 sigaretten. Aantal sigaretten vermeld op de banderol moet i.v.m. Europese wetgeving 19 of meer zijn. 2008 Aantal sigaren niet meer op het sluitzegel vermeld. 2008 Invoering tariefcode voor sigaretten (shag)tabak en pijptabak 2012 Sluitzegels voor Pijptabak afgeschaft. Voor pijp - en shagtabak wordt 1 zegel gebruikt: “Rooktabak” 2012 Sluitzegels voor sigaren, sigaretten en tabak krijgen een uniforme grijsblauwe kleur. 2013 1 januari afschaffing van de belasting op pruim- en snuiftabak zodat deze sluitzegels vervallen. Reden: de administratie is duurder dan de inkomsten vanwege het geringe gebruik. 2013 Afschaffing van de lintzegels voor sigaren, sigaretten en tabak en de losse sigaar. 2014/15 De Europese Unie stelt de eis dat alle sigarettenpakjes tenminste twintig sigaretten bevatten. 2019 Door Europese regels wordt het formaat van de huidige sluitzegels smaller. Formaat 2.0 x 4.4 cm 2021 – heden Door beëindiging van de Benelux douane-overeenkomst komt er een nieuw Nederlands sluitzegel, ontworpen door Inge Madlé. Formaat 2.0 x 4.4 cm